Inleiding
Het radioamateurisme is een veelzijdige hobby.
Radiotechniek is zo’n 100 jaar oud en oefende vanaf de begin jaren reeds een grote aantrekkingskracht uit op wetenschappers en leken. Met name de niet professionele beoefenaar heeft in de begin jaren van de radio een grote bijdrage geleverd aan de huidige kennis van de voortplanting van radiogolven Ook de ontwikkeling van technieken nodig voor het gebruik van steeds hogere frequenties waren het domein van de radio-zendamateur.
Door de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van computers, microcircuits en materialen gaat het radioamateurisme een veelbelovende toekomst tegemoet.
Een van de meest boeiende facetten van het radiozendamateurisme is dat er verbindingen gemaakt worden met andere radiozendamateurs die zich overal ter wereld kunnen bevinden. Radioamateurs maken zich in de wereld van het radoamateurisme kenbaar door het gebruik van hun roepnamen.
Tijdens het experimenteren met verschillende en vaak ook geavanceerde communicatietechnieken worden er soms wereldwijd vriendschappen gesloten.
Ook de luisteramateur, die op de amateur-banden naar de verbindingen van zendamateurs luistert, kan met deze amateurs in contact komen door hen ontvangstrapporten toe te sturen.
Er wordt gebruik gemaakt van een grote verscheidenheid aan technieken. Door de ontwikkelingen in de electronica en computer techniek zijn de technische mogelijkheden enorm toegenomen.
In Nederland zijn er een aantal verenigingen, waarbinnen men zich zowel beroepsmatig als in de hobby sfeer bezich houdt met het radioamateurisme.
De radiozendamateur
Een radiozendamateur beschikt over een zendvergunning met roepletters, verstrekt door de overheid. In Nederland is dat het Ministerie van economische zaken, via agentschaptelecom. Deze vergunning verkrijgt men na het met goed gevolg afleggen van een zendexamen, dat wordt afgenomen door een officiele instantie. Ook dat doet agentschaptelecom.
De vergunning stelt de radiozendamateur in staat om met behulp van zendapparatuur experimenten op radiogebied te doen binnen de daarvoor toegewezen frequentie banden. Bij het verkrijgen van een vergunning wordt aan een amateur een groep letters toegewezen, waaraan hij internationaal herkenbaar is. Zo’n combinatie van letters wordt roepletters, identificatie of call genoemd. Er bestaan in ons land twee vergunningen de F en de N. De N is de beginnersvergunning.
De call bestaat uit een prefix, welke het land aangeeft waarin de amateur woont en een aantal letters welke uniek zijn voor de amateur of radiostation. PE2K daar staat de PE2 (prefix) voor het land en KP (suffix) voor de persoon. In dit geval komt de amateur uit Nederland.
Roepnamen
Internationaal heeft de ITU (International Telecommunication Union) aan ieder land een groep van letters toegewezen waaraan het land waar het zendende station zich bevindt te herkennen is in het radioverkeer. Ieder amateurzendstation krijgt een stations identificatie toegewezen. Veelal wordt hiervoor het Engelse woord call gebruikt. De roepnaam bestaat uit twee delen: een prefix, die het land aangeeft waar de amateur woont en een suffix, die het betreffende amateurstation identificeert. De prefix is meestal een combinatie van letters en cijfers. De prefix van Nederland is te herkennen aan de P gevolgd door een A, B, C, D, E, F, G, H, of I en een cijfer. Bijvoorbeeld PA0, PA3, PB0, PE0, PE2, PD0, PH0, PF1 of Pl8.
De luisteramateur
De luisteramateur beluistert (amateur) uitzendingen op de meest uiteenlopende golflengten. Het is voor velen de aanloop naar het zendamateurisme. Ook het luisteren naar andere soorten radiouitzendingen kan soms zeer interessant zijn. Het gebruik van zogenaamde radiobakens en tijdseinzenders maakt het mogelijk propagatie van radiogolven te bestuderen onder wisselende weersomstandigheden. Lees hiertoe eens het verslag van een amateur die onderzoek deed naar het gedrag van signalen van tijdseinzenders.
Ook luisteramateurs – short wave listeners, SWL genaamd – hebben een herkenningsteken. Dit wordt door de vereniging waarbij ze zijn aangesloten toegekend. In Nederland geeft de VERON NL-nummers uit en de VRZA PA-nummers.
In Belgie geeft de UBA ONL-nummers uit, terwijl GOS-luisteraars (GOS = de voormalige Sovjet-Unie) te herkennen zijn aan de U-nummers. We kunnen dus bijvoorbeeld NL8800, ONL2820 of UA3-170-112 tegenkomen.
De technieken
Op de daarvoor beschikbaar gestelde frequentie banden kan de radio amateur experimenteren met een grote verscheidenheid aan technieken. Over een grote verscheidenheid aan onderwerpen zijn interessante artikelen op het net te lezen.
Telegrafie: Het met een bepaalde tijdsduurcodering aan en uit zetten van de zender. Dit is de oudste techniek om signalen via de radio over te brengen en nog steeds de mode bij moeilijke verbindingen.
Telefonie: De zender wordt rechtstreeks met het spraaksignaal gemoduleerd. De meest gebruikte mode. Amateur televisie: Beelden worden overgebracht via een grote verscheidenheid aan technieken.
Mobiel en portabelgebruik: Hier zijn de belangrijke aandachtspunten o.a.: ewicht en omvang van de apparatuur, energie verbruik, verplaatsbare antennes.
Vossenjagen: Dit is een radiopeilwedstrijd, waarbij een of meer verborgen zenders opgespoord moeten worden.
Lange afstand verbindingen (DX): Goede kennis van propagatie verwachtingen en procedures bij het maken van verbindingen zijn zeer belangrijk.
Expedities: Naar verre en ontoegankelijke gebieden. Een bijzondere aantrekkingskracht oefent deelname aan expedities uit naar onbekende en afgelegen plaatsen op de aardbol. Hierbij spelen apparatuur-betrouwbaarheid, inventiviteit en organisatietalent een grote rol.
Maan reflectie: Een verbinding tussen twee radiostations wordt tot stand gebracht door het weerkaatsen van hun signalen aan het oppervlak van de maan. Deze tak van het radioamateurisme vergt het uiterste van de technische mogelijkheden van de radioamateur.
Amateur satelieten: Sterk in opkomst in de laatste jaren is het gebruik van verbindingen via door amateurs ontworpen en gebouwde satelieten. Ook in het ruimte station MIR is meestal een zendamateur aanwezig.
Meteoor scattering: Verbindingen worden gemaakt door het reflecteren van radiosignalen aan de sporen die meteoren in de atmosfeer achterlaten.
Radio Telex: RTTY en AMTOR. Een veel gebruikte techniek voor het uitzenden van radiobulletins. Kan met geringe hulpmiddelen worden ontvangen. Het zijn uitzendingen via de computer waarbij tekst leesbaar worden op het beeldscherm.
Packet Radio: Dit digitale radionetwerk is sterk in opkomst. De techniek is veel komplexer dan radiotelex. De mogelijk heden omvatten o.a. het uitwisselen van persoonlijke berichten, het lezen en verzenden van bulletins. Het organiseren en onderhouden van netwerkaktiviteiten is een belanrijke aktiviteit. Dit kan je vergelijken met Internet, alleen dan draadloos en zonder telefoon tikken.
De verenigingen
In vele landen hebben radioamateurs zich verenigd. Ook van beroepsorganisaties zijn veel radioamateurs lid. Plaatselijke afdelingen van landelijke verenigingen organiseren interessante aktiviteiten.